
Dichterbij The Beatles gaat niet
Juni 2014, een dikke veertig jaar nadat The Beatles zichzelf hebben opgeheven geven The Analogues hun eerste concert. Met als muzikaal leider Bart van Poppel hebben vijf muzikanten zich tot taak gesteld om de muziek van The Beatles zo natuurgetrouw te spelen. Muzikaal moet het deugen. Ze trekken geen rare pakjes aan, ze zetten geen pruiken op hun hoofden. Ze hoeven niet op The Beatles te lijken, ze moeten zo klinken. Ze moeten die sound hebben. En ze doen ook geen moeite om hun stemmen op het origineel te laten lijken. Met hun eigen stemgeluid, in hun eigen kleding spelen ze muziek van The Beatles. Niet zozeer Beatlesmuziek uit de eerste jaren. Het gaat om de elpees die The Beatles zelf nooit live hebben gespeeld. Met instrumentarium dat de Beatles destijds tot hun beschikking hadden worden ze op het podium gebracht, waarbij ze direct al vier blazers en vier strijkers aan hun band toevoegen.
Zo pakte geen van de talloze Beatles-cover¬bands het aan. Ook voormalig Beatle Paul McCartney zelf niet. Bij zijn concerten speelt hij altijd nog Beatles-repertoire. Maar zo streng in de leer als The Analogues is McCartney niet. Hij gebruikt samples, laat geluid van Hohnerpianet, Hammondorgel, mellotron, strijkers en blazers uit een synthesizer komen. Wie is Bart van Poppel om daar commentaar op te hebben? ‘Na¬tuur¬lijk, het is zijn muziek, hij mag ermee doen wat hij wil. Maar bij The Analogues doen we dat niet.’ Bij The Analogues komen er geen opgenomen geluiden uit kastjes. The Analogues veroor¬zaken alle Beatlesklanken zelf, op analoge wijze. De naam dekt de lading. ‘Toen we een naam zochten hebben we eerst gekeken naar een Beatles-gerelateerde naam. Een songtitel, of een citaat. Dat bestond allemaal al. We zouden The Eggmen willen heten, uit I am the walrus. Er bleken zelfs al vijf bands te bestaan met die naam.’ De naam Analogues kwam uit de koker van drummer Fred Gehring. Zoals het hele concept trouwens. Deze man, ceo van kledingmerk Tommy Hilfiger en tegenwoordig Mr. Marvis, had al jaren de droom om Beatles-elpees live op het podium te brengen. Het eerste optreden in de club People’s Place in Amsterdam is een doorslaand succes. Lovende recensies en impresario George Visser wilde direct een theatertour voor ze gaan boeken.
We zijn bijna negen jaar verder. Die theatertours zijn er gekomen. Sterker nog, vrijwel alle optredens van The Analogues zijn uitverkocht. En dat gebeurde weer nadat de band in een vroeg stadium in De Wereld Draait Door kwam. Nu staan ze aan de vooravond van een tournee van 43 theater-optredens door ons land onder de titel: Hello Goodbye. De titel, een Beatles-song uiteraard, lijkt te duiden op een afscheid. Zo gek is dat niet. De groep bestaat bijna langer dan de Beatles zelf hebben bestaan. En aan de zichzelf opgelegde doelstelling hebben ze ruimschoots voldaan. Alle elpees die The Beatles zelf nooit live hebben gespeeld hebben ze overtuigend voor het voetlicht gebracht: Magical Mystery Tour, Sgt. Pepper, The White Album, Abbey Road. Met juichende recen¬sies uit binnen- en buitenland. Ze speelden in de Abbey Road Studios in Londen, ze gaven een concert in het Palladium in Londen waarvan alle beschikbare 2.200 zitplaatsen waren uitverkocht. Geoff Emerick, technicus van The Beatles des¬tijds, stond perplex van The Analogues. ‘Met the Analogues heb ik iets meegemaakt waarvan ik was uitgegaan dat ik het nooit voor een tweede keer zou meemaken.’ Emerick was dusdanig onder de indruk van The Analogues dat hij met ze wilde werken, vertelt Bart van Poppel. ‘We konden het goed met hem vinden, helaas overleed hij voor het daad¬werkelijk tot samenwerking kwam.’
The Beatles in den beginne
Zoals bij vrijwel iedereen van zijn generatie, waren The Beatles ook belangrijk voor de Bredase jeugd van Bart van Poppel (1956). Bij een buurjongen hoorde hij de singles Can’t but me love en She loves you. Met tennisrackets bij wijze van gitaren werd er geplaybackt op die plaatjes. Later op het internaat bij Nijmegen bleek dat de door hem als verloren tijd beschouwde pianolessen toch enig nut hebben gehad. In een klaslokaal stond een Hohnerpianet. Dat zo’n instrument ruim veertig jaar later als een van de authentieke Beatles-klavieren aan het instrumentarium van The Analogues zou worden toegevoegd kon hij uiteraard toen niet weten. Hij gebruikte het om samen met een bevriend drummertje de populaire hardrockliedjes van die tijd te spelen: Black Sabbath, Deep Purple. Met de linkerhand speelde hij de baspartijen die hij vervormd uit een luidspreker liet komen en met de rechterhand de pianopartijen die nodig waren voor de songs. Toen realiseerde hij zich dat hij een eventuele carrière als popmuzikant niet zou uitsluiten. Terug in Breda kwam hij inderdaad in de muziekscène terecht. Als bassist, zanger, keyboardspeler. ‘In de jaren tachtig zag ik heel veel muzikanten naar Rotterdam vertrekken. Daar kon je toen op het conservatorium lichte muziek studeren. Maar dat was vooral jazz. Dat was mijn muziek niet. Maar bovendien, ik heb altijd gevonden dat je popmuziek zelf moet uitvinden.’
Met de New Wave-band Duplex Johnson werd Van Poppel in de jaren tachtig aardig succesvol. ‘We deden het voorprogramma van de Golden Earring. Ik raakte ook bevriend met die jongens. George Kooijmans woonde in België. Voor optredens haalde hij mij altijd op in Breda, dan reden we samen. Op een gegeven moment nam George een acht-sporen-recorder voor me mee. De Earring had daar demo’s mee opgenomen, maar George had er inmiddels een met 24 kanalen. Hij leende me die acht-sporenbak en zei: kom op Van Poppel, demo’s maken.’ Het bezit van zo’n apparaat gaf ongekende mogelijkheden. ‘Eerst heb ik nog met een vriend geprobeerd het Wilhelmus op te nemen zoals dat in een stadion klinkt, zo veel mogelijk stemmen over elkaar. Dat werd natuurlijk niets. Maar daarna heb ik nauwgezet een opname gemaakt van God only knows van The Beach Boys. Alle stemmen van het origineel nam ik zelf op. Noten lezen kon ik nauwelijks, nog steeds niet, maar het lukt me wel om uit meerstemmige koortjes alle partijen separaat te horen en ze daarna in te zingen.’ Van Poppel dook in bands op als Loïs Lane, Tam¬bourine en Moondogs. Zong samen met Henny Vrienten koortjes op de plaat Harry Bannink zingt!
Richt het label Pop One Records op, maar uiteindelijk gaat zijn meeste tijd op aan het maken van com¬mercials. Dat heeft hij ruim tien jaar gedaan. ‘Ik heb honderden reclamespotjes gemaakt. Vooral ook voor de Duitse markt. Daar heb ik heel veel van geleerd. Heel vaak wilde een klant een bekende popsong in hun spotje. Dan kochten ze de rechten van zo’n stuk en dan had ik de taak het na te maken.’ Van Poppel was daar zeer bedreven in. Hij luisterde het origineel, speelde alles wat er op zo’n plaat gebeurde exact na. Wat hij allemaal namaakte in die tijd? Van Poppel moet diep graven want het waren honderden liedjes. Let’s stick together van Roxy Music, schiet hem te binnen. Happy Together van The Turtels weet hij nog en That’s Life van Frank Sinatra. ‘Je kon het verschil met het origineel niet horen. Van de opname van Sinatra had ik alles tot in de details nagespeeld en ik heb het laten inzingen voor Peter Douglas, de man die ooit als Frank Sinatra de Soundmixshow had gewonnen.’
In die tijd moest hij ook een opname maken van Hello Goodbye van The Beatles. ‘Dat was voor een Duits telefoniebedrijf. De opdrachtgever wilde een uitvoering die zo dicht mogelijk bij het origineel kwam, maar je had in die tijd ook te maken met de eigenaar van de rechten. Dat was Sony en zij hadden ook een voorwaarde: het mocht niet te dicht in de buurt van het origineel komen. Uiteindelijk kregen we de toestemming toen we het door een zwarte zangeres hadden laten inzingen.’
Analyseren van The Beatles
Fred Gehring liep rond met zijn idee voor een Beatles-coverband die de elpees zou spelen. Dat hij daarvoor bij Van Poppel terechtkwam lijkt voor de hand te liggen. Van Poppel had ook al eens muziek gemaakt voor een commercial van de kledingmerken van Gehring. ‘Via een wederzijdse kennis kwamen we met elkaar in contact. We gingen naar Amerika om cover-bands te bekijken. The Fab Faux bijvoorbeeld. Heel goed, een band met blazers erbij die al zeker vijfentwintig jaar bestaat. Maar er stond wel zo’n kist op het podium waar dan allemaal samples in zaten. Kijk, dat moeten we dus niet doen, zei ik.’
Van Poppel stelde de band samen met Fred Gehring op drums en verder muzikanten uit z’n netwerk. Dat Felix Maginn niet heel erg z’n best hoeft te doen om met zijn stem een beetje in de buurt van John Lennon te komen? Dat is een gelukkig toeval. Net als Diederik Nomdens stem geloofwaardig klinkt in de McCartney-liedjes. Maar imiteren doen The Analogues niet. Van Poppel zingt Lennon’s I am the Walrus en brengt de Harrison-songs tot leven. Maar het gaat ze om de klinkende muziek. Dit is de klassieke muziek van de twintigste eeuw. En van The Beatles weet je hoe die heeft geklonken. Maar van Bach of Mozart weet je dat niet. Die hebben geen platen gemaakt.
Wel hello, geen goodbye
Het is allemaal zo hard gegaan met The Analogues, ze hadden een pauze willen inlassen. Even een jaartje rust. Maar daar zorgde een pandemie voor. Nu zitten ze midden in een soort ‘Best Of’-programma. Hoogtepunten uit de Beatles-elpees die ze tot nu toe tot klinken hebben gebracht in de theaters. En daarna is er nog veel te veel te doen om te stoppen. ‘We gaan ons richten op de grotere podia: Carré, Nieuwe Luxor, Martini Plaza. Wat we dan van de Beatles gaan spelen moeten we nog be¬denken. Bovendien, we moeten nog iets met de elpees Let it be
en met Revolver. En dan is er nog het buitenland. We hebben een tour door Duitsland gemaakt, we hebben met succes in Frankrijk gespeeld, na de uitverkochte concerten in Londen en Liverpool moet er ook wel een Engelse tournee inzitten.’ En dan zijn er nog wel meer landen te bedenken. ‘Dat is het natuurlijk wel met The Beatles, die kennen ze over de hele wereld.’