Een band voor het leven

De rode loper ligt uit, klassieke bolides glijden langzaam het plein op en brengen de passagiers bij de ingang van het Kulturhus. Hoofdrolspelers uit de film ‘Een band voor het leven’. Onder luid applaus worden ze begroet. De belangrijkste gast het meest. De 91-jarige Max van Trommel. Als jongetje van 10 wordt hij vanuit Den Haag naar Twente gebracht in de hoop veilig te zijn voor de bezetter. Hij schreef er een boek over.

Op een vooroorlogse fiets komen zij naar de premiere, de makers van de film. Hans Mulder (69) en Jan Kolner (66), hebben zo’n drie jaar aan het project gewerkt. Van het schrijven aan het script, het zoeken naar locaties voor opnames, geschikte acteurs, authentieke voertuigen, kleding en attributen, de vele opnames en de uiteindelijke montage. Ofschoon het de derde productie van deze twee hobbyisten was, is het wel een megaklus geweest, maar tevens eentje waar ze bijzonder trots op zijn. Hans, gepensioneerd basis­school­directeur, houdt zich al geruime tijd bezig met filmen, deed het zelfs op school al. Jan, frauderechercheur in ruste, is een gepassioneerd fotograaf. Beiden ontmoetten elkaar in Hertme. In die tijd speelde de voorbereiding op de viering van 70 jaar bevrijding. “Samen met Jochem Kolenbrander, een verwoed verzamelaar van spullen uit de Tweede Wereldoorlog, werd er een expositie ingericht in de pastorie van de kerk.” Onderdeel van een groots opgezet festijn, waarbij Hertme tevens werd bezocht door authentieke voertuigen van Keep them Rolling. “Dit hele spektakel maakte zoveel los in Hertme, dat er vaak gezegd werd: dit moet vastgelegd worden. Daar moet je iets mee doen. Straks is iedereen die het na kan vertellen overleden.” 

Stad en land afgezocht 
Dat gegeven zette de beide heren aan het denken. “We wilden mensen hun eigen verhaal laten vertellen, maar daarnaast ook scenes na laten spelen.” Daar waren authentieke vervoers­middelen voor nodig, uniformen, gebruiksvoorwerpen et cetera uit die tijd. Alles moest wel zo echt mogelijk lijken. Dat gaf meteen de nodige problemen want wie heeft er nog spullen uit die tijd? Jochem Kolen­­bran­der was direct enthousiast. Hij beschikte bovendien over een enorm netwerk in de toneelwereld en bracht Kolner in contact met onder meer Jan Riesewijk en Hans Mulder. De laatste is eveneens geen onbekende bij toneel­spelers. Hij wist de juiste personages te benaderen. “Sommige types moeten gewoon over een bepaalde uitstraling beschikken en Hans voelde dit haarfijn aan.” Er werd een professionele camera aangeschaft, er vonden audities plaats en uit­einde­lijk had de organisatie de beschikking over 70 acteurs, profes­sio­nele en goede amateurs. Kleding werd uit het hele land gehaald. “Ik heb nog uniformen uit Speijk gehaald en informatie uit het Reichsarchiv in Berlijn!” Het grootste probleem vormden de Duitse voer­tuigen. “We hebben echt stad en land afgezocht. Bovendien was ons budget niet zo groot, maar af en toe hadden we geluk met een sponsor of door giften van fondsen.” Soms moesten attributen zelf gemaakt worden, omdat ze niet meer te krijgen waren, maar door vasthoudendheid kwamen stukje bij beetje alle benodigde attributen bij elkaar, waarna er gestart kon worden met de opnames. 

Doorslaand succes 
Direct na de première trok de ander­half uur durende documentaire ‘Nooit Verteld’ maar liefst zes keer een uitverkochte zaal bij Hotel Jachtlust. Daarna werd de film nog een aantal keren vertoond bij filmhuizen in de omgeving. Het bleek telkens een doorslaand succes. Dat hadden de makers van te voren niet durven dromen. Tijdens een van de vertoningen maakten Jan en Hans kennis met de 91-jarige Max van Trommel, die als klein jongetje van tien jaar ondergedoken had gezeten op een boerderij in Hertme. Max is van Joodse komaf en had nog steeds contact met de families Hofste en Geerdink, zijn onderduikadres. Hij was bezig om een autobiografie te schrijven over zijn leven en dus ook zijn tijd in Hertme. De heren keken elkaar aan, het idee voor de volgende film was geboren! 

Kritischer 
“Deze productie moest nog beter worden dan de vorige. Daarin hadden we wat schoon­heids­foutjes ontdekt en dat wilden we verbeteren”, vertelt Kolner, die steevast de techniek voor zijn rekening neemt. “Meestal ging het om kleine details, maar we werden steeds kritischer. Stopcontacten waren in die tijd van bakeliet, dus bevestigden we bakeliet over de bestaande. We werden bevrijd door de Engelsen, dus mogen er geen Amerikaanse kentekens te zien zijn. De omgeving is eveneens belangrijk. Geen moderne bloem­potten met planten die er in die tijd niet waren! Zelfs huisnummers hebben we vervangen. Alles moest teruggebracht tot de periode ‘40-‘45.” Het duo was daarom heel blij met de medewerking van Ria Blenke, die voor de makers onmisbaar is geweest. In haar authentieke boerderij heeft de tijd stilgestaan, een perfect decor. “We hebben de woonkamer regelmatig verbouwd, maar voor Ria was niets te gek!” haakt Mulder in, die de regie in handen had. Na elke opname werden de scenes keer op keer gecontroleerd totdat er geen afwijkend detail meer te zien was.

Eigenwijs brilletje 
In de film haalt Max herinneringen op, hij bezoekt Hertme en wandelt langs plekken uit zijn jeugd terwijl een voice-over de scene toelicht. Het kleine Joodse jochie wordt gespeeld door Victor Brorens. Een eigenwijs, antiek brilletje op zijn neus geeft hem de juiste uitstraling. “Gelukkig bleef hij klein want we zijn in totaal zeker drie jaar bezig geweest met dit project. Wat een werk, wat een werk!” Zo’n 250 acteurs en figuranten werkten mee, amateurs maar ook werkenden. Die waren niet elk tijdstip van de dag beschikbaar en daar moest rekening mee gehouden worden. De Joden in de film worden zoveel mogelijk gespeeld door mensen van Joodse komaf. Bepaalde gezichtskenmerken zijn immers typisch Joods. Heel lovend zijn de mannen over de medewerking van gemeente en instanties. “Onze eerste opname betrof de bevrijding, opgenomen in Oud Borne. De hele buurt, die afgezet werd, werkte mee. Authentieke voertuigen reden door de straten, langs de kant van de weg stond publiek in kleding van toen. Uitbundig zwaaiend met vlaggetjes. Jongelui die op de vrachtauto’s springen. Geweldig, wat een belevenis!” Uiteraard zijn er ook scenes die veel impact hebben. Zoals het moment waarop de echte ouders Max weer ophalen. Ze hebben allen de oorlog overleefd, maar Max is niet blij, hij wil niet mee! Voor hem was de bevrijding geen bevrijding.

De film ‘Een band voor het leven’ is op
1 september in première gegaan in het Kulturhus in Borne. Max van Trommel was erbij en na afloop behoorlijk geëmotioneerd. De film wordt inmiddels in meerdere filmhuizen en bioscopen vertoond. Ook RTV Oost heeft aandacht besteed aan de productie en Omroep Max toont interesse. Daarna willen de makers het land in en ook naar scholen. “Met name in deze tijd is het heel belangrijk dat kinderen weten wat er destijds gebeurd is en hoeveel impact dat heeft gehad. We zien nu weer dat het antisemitisme de kop op steekt, dat de Holocaust gebagatelliseerd wordt en dat de polarisatie toeneemt. Zo is het destijds ook begonnen. We moeten ons nog meer bewust worden van de gevaren die deze ontwikkeling met zich mee kan brengen en niet wegkijken.”

“Ik heb mijn leven te danken aan moedige Tukkers”
Als 10-jarig jongetje wordt Max van Trommel naar Hertme gebracht. Zijn oudere broer krijgt onderdak in Azelo. Zelf heeft hij zijn 4-jarig zusje naar vreemde mensen in Den Haag moeten brengen. Vader Trommel vlucht naar Engeland en moeder vindt een schuilplaats in Groningen. Zijn opa en Oma duiken eveneens onder maar worden verraden en gedeporteerd naar Sobibor, waar ze zijn vergast. Max verblijft eerst een poos bij de familie Hofstee en later op de boerderij van de familie Geerdink. Zijn leven is redelijk onbezorgd, zijn pleegouders beschermen hem en geven hem een gevoel van veiligheid, hoewel de boerderij regelmatig overvallen wordt door Duitse soldaten, die op zoek zijn naar onderduikers. Behalve Max vinden er meer mensen onderdak, soms zelfs zeven tegelijk. Ook Max is altijd bang om ontdekt te worden. Later ontdekt Max dat de boer deelt uitmaakt van het verzet. Na de oorlog wordt het gezin herenigd, maar het wordt nooit meer zoals vroeger, allen zijn getraumatiseerd. Max heeft altijd contact gehouden met ‘zijn’ Twentse familie. In feite ziet hij de Geerdinks meer als zijn ouders, dan zijn echte vader en moeder. Tijdens de première van de film worden beide families geëerd met de Joodse onderscheiding Yad Vashem, een belangrijke erkenning voor niet-Joden , die tijdens de Holocaust Joodse landgenoten hielpen.

Van Trommel is blij dat hij op deze manier iets terug kan doen. Hij heeft overigens zelf veel naweeën ondervonden van de oorlog, durfde geen relaties aan te gaan en voelde zich altijd de mindere. Hij durfde ook niet te zeggen dat hij van Joodse afkomt was. Pas na zijn vijftigste wordt dit beter. Zijn zusje kan het leven helemaal niet meer aan en pleegt zelfmoord op haar eenentwintigste. “De oorlog heeft een diepe kras achtergelaten.”