
Eddy van der Ley komt met ‘magnum opus’ Heldendaad in de Sahara
Eerbetoon aan eeuwige zielsverwant
Met Heldendaad in de Sahara levert Eddy van der Ley deze maand zijn zesde boek in zes jaar af. Zijn nieuwste publicatie voelt voor de veelzijdige Enschedeër als levenswerk, als ‘magnum opus.’ “In naam van mijn in de Sahara overleden boezemvriend Peter Teggelaar en diens vriend Marc Gilsing heb ik een bijzondere missie volbracht”, zegt hij. “In dit boek komen pijn, verdriet, rouw, bewondering, passie, vrijheidsideaal, avonturisme en broederschap samen.”
Mediaman Van der Ley, naast schrijver ook journalist, theatermaker en presentator, wijst met enige weemoed naar het schoolgebouw aan de Tiemeister in Enschede, tegenwoordig door het leven gaand als Stedelijk College Zuid. “Voorheen heette dit Scholengemeenschap Zuid, en hier is alles in 1985, in de vierde klas van de havo, begonnen.” Met ‘alles’ doelt hij op de ‘verpletterende vriendschap’ met Peter Teggelaar en, in feite ook, de ontstaansgeschiedenis van zijn boek Heldendaad in de Sahara, 38 jaar later. “Kijk, op dat basketbalveldje speelden we basketbal, ook tijdens de schoollessen. En op dat sportveld merkten ik en mijn andere vriend Marcel Kuiper tijdens de gymles dat Peter een behoorlijk potje kon voetballen.”
Bloedbroeder
Van der Ley is voor de foto even terug bij de school die hij midden jaren tachtig bezocht. “Nou ja ‘bezocht’, ik was er vaker niet dan wel. Toch zal ik dit gebouw, deze plek, voor altijd blijven koesteren.” Want hier, in de schaduw van het Diekman-sportterrein, leerde hij dus bloedbroeder Peter Teggelaar kennen, een flamboyante levenskunstenaar uit, op dat moment, Haaksbergen. “We hadden gelijk een enorme klik”, vertelt hij. “Deelden de passie voor het leven, voor sport, voor journalistiek en voor vrijheid, voor zelfstandigheid. Als jonge non-conformisten bezwoeren we elkaar nooit ergens in vaste dienst te zullen gaan werken, maar zelf aan het stuur van leven en werk te blijven zitten.”
Zelf heeft de Enschedeër die ‘belofte’ kunnen waarmaken, hij is met zijn eigen mediabedrijf altijd zelfstandig geweest en gebleven. “En Peter zou dezelfde koers hebben gevaren, daar ben ik heilig van overtuigd. Maar ja, dat blijft een hypothese.” Want acht jaar na hun eerste ontmoeting kwam er een abrupt einde aan het leven van de gewezen Haaksbergenaar, die later nog in Hengelo woonde, in Enschede voetbalde en bij de Twentsche Courant als freelance sportverslaggever werkzaam was. Teggelaar, die opgroeide met de ook in het boek opgevoerde voetbaltrainer Erik ten Hag en politicus Han ten Broeke, raakte begin 1991 in de ban van het idee om met een oude Nederlandse auto de Sahara te doorkruisen en het voertuig op een automarkt in Niger of Mali voor een mooie prijs van de hand te doen. Twee keer, in de zomer en de winter van 1991, lukte dat min of meer. De derde keer, in 1993, kende het avontuur een fatale afloop.
Onherbergzame plek
Teggelaar, op dat moment inwoner van Arnhem, was begeesterd geraakt door de mystiek van de grootste woestijn ter wereld. Met vriend en ex-huisgenoot Marc Gilsing ondernam hij die zomer een laatste Sahara-reis, zoals hij zelf aangaf. Half augustus bleek het duo spoorloos te zijn. Van der Ley gaf daarop, met berichtgeving in het Algemeen Dagblad, het startsein voor een zoektocht die ruim drie maanden zou duren, maar vruchteloos bleef. Half november werden de lichamen van de avonturiers bij toeval door een politiepatrouille aangetroffen naast hun auto, op een onherbergzame plek ten zuiden van de Algerijnse woestijnstad Tamanrasset.
Naast de lijken werd een dagboek gevonden met hartverscheurende afscheidsbrieven. “Dat was, tussen de tranen van verdriet door, een geschenk uit de hemel”, zegt Van der Ley. “Dankzij die brieven kregen we een helder beeld van wat er was gebeurd en hoe Marc en Peter de laatste momenten van hun leven hadden beleefd. Ze bleken een dure woestijngids te hebben ingehuurd die door een ongelukkige inschatting de verkeerde route had genomen. Daarna kregen ze pech en kwamen ze als ratten in de val te zitten. Toen ze beseften dat ze ten dode waren opgeschreven, zijn ze afscheidsbrieven gaan schrijven aan geliefden, familie en vrienden. De manier waarop ze dat gedaan hebben, de toon die ze hebben gekozen: voor mij is het niets minder dan een heldendaad.”
Zonder zelfmedelijden, maar met humor, zelfspot, berusting en vooral de zorg voor hen die achterblijven, accepteren Gilsing en Teggelaar (24 jaar) hun noodlot. Zo schrijven ze onder meer: “Onze enige échte hel is de gedachte aan jullie verdriet. Doe ons postuum een plezier en leef vrolijk verder, zonder om ons te treuren. Angst voelen we niet. We zijn als grote jongens de uitdaging aangegaan, we zullen als grote jongens ons verlies ondergaan.” En: “Vrees niet vrienden, we zullen ons kostelijk vermaken daarboven.”
‘Eddy, doe er wat mee’
Maar ze richten zich ook specifiek tot Van der Ley. Met opmerkingen als ‘Eddy, doe er wat mee’ vragen ze hem tot twee keer toe de onveilige situatie in het zuidelijke deel van de Sahara aan de kaak te stellen. Ook schrijven ze: ‘Dit boek is voor een ieder die het maar lezen wil.’ Eind 2021 nam Van der Ley de handschoen op. “Dat ene zinnetje – ‘Dit boek is voor een ieder die het maar lezen wil’ – is altijd door mijn hoofd blijven dwalen”, zegt hij. “Jaar na jaar, decennium na decennium.
In de aanloop naar een nieuwe mijlpaal, nu het dertig jaar geleden is en de emotie wat geluwd, achtte ik de tijd rijp het boek te schrijven. Vaak zat ik met kippenvel achter de tekstverwerker. Maar het voelt goed om
het te hebben kunnen doen.”
Van der Ley reisde eerder dit jaar, samen met Tom Teggelaar, de jongere broer van Peter, naar de Sahara voor een reconstructie van het drama. Hij: “Dat is een ongekend indrukwekkende ervaring geweest, die nieuw licht heeft geworpen op de toedracht van de tragedie. Daar kom ik in het laatste hoofdstuk van het boek uitgebreid op terug. Zoals ik, na overleg met beide families, ook de volledige tekst van dagboek en afscheidsbrieven afdruk. Heftig om te lezen, maar ook mooi. Want met de woorden vanaf hun sterfbed in de woestijn, inspireren Marc en Peter ook ver na hun dood nog.”