
Klootschietvereniging Mander verbindt al bijna twee eeuwen
In Noordoost Twente zijn er twee klootschietverenigingen die rond twee eeuwen oud zijn: Reutum en Mander. Dat geeft aan dat de klootschietsport diep geworteld is in deze regio. We proefden de sfeer bij klootschietvereniging Mander tijdens de wedstrijd om de Watermolen Bels Bokaal. Oud-voorzitter Richard Blankenvoort (60) is al jaren fanatiek lid van de vereniging en vertelt met passie over zijn club.
Al vele jaren spelen de leden van klootschietvereniging Mander op ‘hun’ Streubaan. Richard: “De baan is eigendom van Landschap Overijssel maar wordt onderhouden door de vereniging. De baan is toegankelijk voor iedereen die wil klootschieten.” Een clubhuis heeft de vereniging niet, wel een houten schuilplek met twee picknicktafels. Richard: ‘We hebben naast een baan niet veel nodig. Na het spel gaan we vaak naar Watermolen Bels of Ria’s Eetcafé voor een afsluitende borrel of kop koffie en het uitwisselen van de laatste nieuwtjes.” De vereniging telt 85 leden en de leeftijd is heel gevarieerd. Richard: “Ons jongste lid is zeven jaar en drie weken geleden is ons oudste lid, van negentig jaar, ons helaas ontvallen. De club heeft achttien vrouwelijke leden, zij kunnen de sport serieus bedrijven, ook op hoog niveau.” De leden komen voornamelijk uit de dorpen Mander, Vasse en Hezingen. “Je kunt tot op hoge leeftijd blijven spelen. Wie minder mobiel is kan in een lagere klasse spelen, eventueel een fiets meenemen. We hebben ook leden die bij het start- en eindpunt ‘butke’ spelen, een soort jeu de boules spel. Zo blijven ze toch verbonden bij de club.” Bij de wedstrijd van vandaag maken vijf nieuwe leden hun opwachting. Richard: “Daar zijn we erg blij mee. De meeste zijn 50- of 60-plusser. Onze club is voor hen ideaal om – naast de sport – contacten op te doen.”
Historie
In de 198 jaar dat de club bestaat is er veel veranderd. Richard: “In het verre verleden werden wedstrijden gespeeld tussen de verschillende buurtschappen. Die daagden elkaar dan uit. Op zondagmorgen werd na de hoogmis door de koster de klootschietwedstrijd afgekondigd. Het klootschieten werd in de wintermaanden gespeeld, omdat er dan op het land minder werk te doen was. Wist je dat de boeren probeerden om knechten met talent uit andere buurtschappen te lokken door ze een kwartje loon per dag meer te betalen? Zo belangrijk was het winnen in die tijd! Er werd door de deelnemers vijf cent ingelegd en daar werd een jaarlijks feest van bekostigd.”
Heropleving
Bijzonder is de steen bij de Streubaan ter nagedachtenis aan Jens Blankenvoort. “Jens heeft na de tweede wereldoorlog veel betekend voor de heropleving van de klootschietsport. Hij verkende per fiets verenigingen en hun gebruiken, hij fietste in Duitsland tot aan de Nordseeküste. Hij was een ambassadeur voor onze sport, die in de oorlog weinig meer werd beoefend. Hij heeft veel contacten tussen clubs gelegd en het niveau van de sport vooruit geholpen. Leuk detail: Jens’ kleinzoon Jos Blankenvoort is al decennia lid en verantwoordelijk voor het baanonderhoud, inclusief de gedenksteen van zijn grootvader.”
Sociale binding
De sport en de club spelen een belangrijke rol als het gaat om sociale verbinding in de regio. Richard: “Als je in Mander contacten wilt opdoen ga je naar de carnavalsvereniging, de kegelclub of de klootschietclub. Het verenigingsleven in kleine dorpen is een belangrijke schakel. Dat geldt zeker voor onze ouderen.” Buitenstaanders zien het klootschieten vaak als: af en toe een kloot gooien, beetje wandelen en de goed gevulde kruiwagen met drank, kaas en worst. Maar de echte klootschieter weet wel beter. Richard: “Klootschieten is een serieuze en explosieve sport. Het vraagt een goede warming-up, blessures liggen op de loer. Je moet tot je laatste worp scherp blijven en je vraagt echt wat van je spieren! Een drankje na afloop is prima, maar zeker niet tijdens de sport.” Hij vervolgt: “Ons eerste herenteam speelt landelijk, dat is met name Oost Nederland, de andere teams hebben hun competitie binnen de regio Noordoost Twente. Het gaat er bij ons vaak fanatiek aan toe, maar na de wedstrijd is het klaar met de strijd. Dat onze leden fanatiek en betrokken zijn merken we ook aan de leden die naar elders verhuizen, want die komen nog steeds trouw op de zondagmorgens op de club. Het lijkt wel Hotel California, haha!”
Trots
De club heeft heel wat talent voortgebracht. Richard: “We mogen echt trots zijn. Onze Robert Meijer is twee keer Europees kampioen senioren en één keer Europees kampioen bij de jeugd geweest. Mark Oude Luttikhuis is ook een oud Europees kampioen en is vele jaren Nederlands kampioen geworden, een klasse apart! Ook onze vrouwen doen het goed. Annemarie Leusman – Bels is meervoudig Nederlands kampioen en heeft ook diverse keren aan het EK deelgenomen, ze is een fenomeen in de vrouwencategorie. Zij is één van de weinige dames die de slingerslag beheerst.” Het is dan ook geen toeval dat deze keer zowel Robert als Annemarie de Watermolen Bels Bokaal winnen. Richard: “Wat ook bijzonder is: als club hebben we sinds 1997 het wereldrecord klootschieten op onze naam staan. Met honderd keer schieten hebben onze heren meer dan vijftien kilometer overbrugd, dat is ruim honderdvijftig meter per schot! Ook onze dames hebben destijds een wereldrecord gevestigd.”
Gelegenheidsspelers
Vaak wordt een gelegenheidsgezelschap (toeristen, buurtfeest, bedrijfsuitje) via Watermolen Bels naar de Streubaan doorverwezen. Richard: “De verwevenheid met Watermolen Bels is sterk, dat blijkt ook uit deze bokaal. Onze Gerard van der Aa geeft de gezelschappen vaak instructie en begeleiding, wel honderd keer per jaar. Een mooie promotie voor onze sport!”
Tactiek en techniek
Er zijn drie soorten klootschieten: schieten op de baan, schieten op straat en het zogenaamde ‘zetten’. Dat laatste is gericht op de afstand die de kloot door de lucht aflegt. Normaalgesproken is juist de afstand, die de kloot rolt, bepalend is voor het resultaat. Bij klootschieten op de baan is kracht vaak belangrijk, bij schieten op straat is precisie belangrijk, en speelt geluk een grotere rol. De worpen zijn per speler anders, sommige worpen lijken op modern ballet. Richard: “De kloot moet altijd onderhands in zijn baan komen. De wijze waarop verschilt per speler en vaak ook per land. Je hebt eigenlijk drie varianten. De losse slag, zeg maar de ‘gewone’ onderarmse slag. Dan heb je de slingerslag en de discusslag, eigenlijk een horizontale slingerslag.”